"Moet lichaamsbeweging pijnlijk zijn of niet?" Dit is een populaire vraag onder zowel fysiotherapeuten als patiënten, waarover nog steeds een groot debat gaande is. Want hoewel oefening een bewezen effectieve behandeling is bij chronische rotator cuff-gerelateerde schouderpijn, is de mate van pijn tijdens oefening nog steeds onduidelijk.
Vaak wordt tijdens inspanning een pijncontrolemodel gebruikt, dat een schaal van 0 tot 10 beschrijft, waarbij 0 staat voor "geen pijn" en 10 voor "ergst denkbare pijn". Pijn tussen 0 en 2 wordt als "veilig" beschouwd, tussen 2 en 5 is "aanvaardbaar" en boven 5 is "hoog risico". Bovendien mag de pijn na de inspanning oplopen tot 5, maar moet hij de volgende ochtend afnemen. Dit zijn algemene richtsnoeren die zijn toegepast in de klinische praktijk, in studies en bij uiteenlopende indicaties in de schouderrevalidatie.
Het gebrek aan duidelijke evidence-based richtlijnen weerspiegelt ook de huidige klinische praktijk. De meeste fysiotherapeuten instrueerden hun patiënten om geen pijn te hebben of in ieder geval niet meer dan acceptabel ongemak. Experts op dit gebied stelden onlangs voor om verschillende soorten oefeningen te gebruiken, afhankelijk van de aanvaardbaarheid van de symptomen, zolang ze zwakte voldoende kunnen uitdagen en trainen tot vermoeidheid. Fysiotherapeuten moedigen patiënten meestal niet aan om met pijn te trainen. Er is echter geen sterke wetenschappelijke basis voor deze angst voor "trainen tot pijn". Sterker nog, gezien het principe dat "hurt does not equal harm, daagt een recente systematische review dit geloof uit en suggereert dat pijnlijke oefeningen op korte termijn gunstiger zijn dan pijnvrije oefeningen bij chronische musculoskeletale pijn. Gezien het feit dat pijn niet altijd overeenkomt met weefselschade (zoals een scheur of peesdegeneratie), kunnen andere factoren zoals bewegingsangst en centrale sensitisatie een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling of instandhouding van pijn. Als pijnlijke oefeningen worden toegestaan met geschikte "safety cues", kan de fysiotherapeut de dreigingsperceptie van de pijnlijke beweging geleidelijk verminderen. Als de schouder als "gedeconditioneerd" wordt beschouwd en het doel is om de schouderspieren te versterken, zullen de patiënten onder begeleiding van de behandelend fysiotherapeut opnieuw nadenken en opnieuw moduleren.